vrachtbeladingsregels

Vrachtbeladingsregels zijn regels en richtlijnen die bepalen hoe goederen moeten worden ingeladen, gestuwd en vastgezet om veiligheid en stabiliteit tijdens transport te waarborgen. Ze gelden voor verschillende transportwijzen, zoals weg-, spoor-, water- en luchtvervoer, en beslaan belading, stuwage, verpakkingsnormen en bijbehorende documentatie.

Verantwoordelijkheden binnen het beladen: de zender of verkoper verstrekt correcte informatie over de lading en zorgt voor juiste verpakking en labeling; de vervoerder controleert en bevestigt de belading; de belader voert de feitelijke belading en het vastzetten uit. Bij onveilige belading kan de vervoerder weigeren te laden en kan aansprakelijkheid ontstaan bij schade of incidenten.

Belangrijke principes zijn onder meer dat de lading niet mag verschuiven, beschadigen of overbelast raken; het zwaartepunt en de totale massa moeten binnen geldende grenzen blijven; de lading moet adequaat worden gestuwd en vastgezet met toebehoren zoals spanbanden, netten, kettingen, stuwblokken en vulling; waar nodig worden pallets en verdelers gebruikt om stabiliteit te waarborgen.

Specifieke regels per modaliteit: bij wegvervoer komen maximale gewichten per as en afmetingen aan bod; bij zeevaart gelden ladings- en stabiliteitsregels volgens relevante codes; bij luchtvaart zijn gewicht, evenwicht en brandveiligheid streng; bij railvervoer gelden spoorweggerelateerde beveiligings- en zekeringseisen.

Gevaarlijke goederen volgen aanvullende regels; in het weg-, water-, spoor- en luchtvervoer gelden respectieve ADR/RID/IMDG/IATA-regels met verpakkings- en labeling-eisen. Documentatie zoals laadlijsten en veiligheidsinformatiebladen ondersteunt naleving en traceerbaarheid.