voorspelden

Voorspelden is de verleden tijdsvorm van het Nederlandse werkwoord voorspellen, wat betekent om te voorspellen of vooruit te beschrijven wat er zal gebeuren. Het infinitief voorspellen verwijst naar het doen van een voorspelling of prognose over een toekomstige uitkomst, zoals het weer, economische ontwikkelingen of andere uitkomsten.

Voorspelden is specifiek de derde persoon meervoud verleden tijd, gebruikt wanneer het onderwerp in het enkelvoud of meervoud verwijst naar meerdere personen of zaken die voorspellingen deden. De tegenwoordige tijdsvormen van voorspellen zijn bijvoorbeeld ik voorspel, jij voorspelt, hij voorspelt, wij voorspellen, jullie voorspellen, zij voorspellen. De verleden tijd voor meervoud is voorspelden en voor enkelvoud is voorspelde (bijvoorbeeld ik/jij/hij voorspelde). Het voltooide deelwoord is voorspeld, dat samen met hebben wordt gebruikt in de voltooide tijd (ze hebben voorspeld).

Gebruikelijk is voorspelden te zien in rapportages, nieuwsberichten en historische vertellingen waarin men melding maakt van wat voorspelden of wat er volgens voorspellingen zou gebeuren. Het werkwoord blijft vooral actueel in zakelijke en wetenschappelijke contexten waar prognoses en scenario’s worden besproken.

Voorbeelden:

- De analisten voorspelden een groei van de omzet.

- De meteorologen voorspelden regen voor vanochtend, maar het bleef droog.

- Tijdens het debat voorspelden zij dat de uitkomst onzeker zou blijven.