Home

verplanten

Verplanten is het verplaatsen van een plant van de huidige standplaats naar een andere locatie met behoud van de wortelkluit. Het wordt toegepast bij vaste planten, heesters, bomen en kamerplanten wanneer ruimte, licht of bodemcondities verbeteren. Verplanten kan helpen om conflicterende planten te vermijden, drainage te verbeteren of planten beter te laten groeien. Het moment van verplanten hangt af van soort en klimaat; doorgaans gebeurt het in de rustperiode: late herfst tot vroege lente voor bomen en heesters, en in het vroege voorjaar of na de bloei voor veel vaste planten en kamerplanten.

Voorbereiding: kies een geschikte plek met voldoende zon of schaduw afhankelijk van de soort, en zorg voor

Uitvoering: giet de plant kort voor het verplanten zodat de wortelkluit stevig blijft. Graaf rond de plant

Nazorg en risico's: verplanten brengt groeistress met zich mee. Houd de plant de eerste weken goed in

goede
drainage.
Maak
de
plantput
ruim
genoeg
en
vul
eventueel
de
grond
aan
met
humus
of
compost.
Zorg
dat
de
bodem
bij
de
planter
los
en
vochtig
is;
voor
potplanten
gebruik
verse
potgrond
en
controleer
de
afwatering.
en
probeer
een
zo
groot
mogelijke
kluit
mee
te
nemen.
Til
de
plant
voorzichtig
uit
de
grond
of
uit
de
pot
en
zet
deze
op
dezelfde
diepte
terug.
Vul
aan
met
aarde,
druk
licht
aan
en
geef
direct
water.
Mulch
rondom
de
plant
om
vocht
vast
te
houden.
de
gaten,
geef
extra
water
bij
droogte
en
voorkom
uitdroging.
Vermijd
bemesting
in
de
eerste
weken.
Let
op
beschadigingen
aan
wortels
en
op
tekenen
van
stress
zoals
verwelking
of
vergeelde
bladeren.
Bij
grotere
bomen
kan
ondersteuning
nodig
zijn
tot
de
wortels
zijn
gevestigd.