verlengend

Verlengend is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord afgeleid van het werkwoord verlengen, wat betekend “langer maken” of “verduuren.” Het beschrijft iets dat de lengte of de duur van iets anders vergroot of verlengt, bijvoorbeeld een proces, techniek of maatregel die tot langere duur of grotere lengte leidt.

Etymologie en vormgeving: verlengen vormt het stamdeel verleng-, aangevuld met het participiumsuffix -end. De bijvoeglijke vorm wordt doorgaans als verlengende gebruikt voor attributieve positie vóór een zelfstandig naamwoord (bijvoorbeeld verlengende maatregelen). In predicatieve positie kan het voorkomen als verlengend (bij: De maatregel is verlengend), afhankelijk van het syntactische kader en de gewenste klank.

Gebruik en bereik: het woord komt vooral voor in technische, wetenschappelijke en bureaucratische taal. Voorbeelden zijn verlengende maatregelen (die een termijn vergroten), verlengende werking (een proces waarbij effect langer aanhoudt) en verlengende technieken (methoden die objecten langer maken). In biologische of medische contexten kan men spreken van verlengende groei of verlengende effecten, wanneer een behandeling of factor de duur van een uitwerking vergroot.

Relaties en verwante termen: verwante zelfstandige naamwoorden zijn verlenging en verlenging, die de handeling of het resultaat van lengthening aanduiden. Het werkwoord verlengen vormt de basis voor deze afleiding, en er bestaan verwante bijvoeglijke vormen zoals verlengend die in predicatieve of beschrijvende contexten kan voorkomen.

Zie ook: verlenging, verlengen, verlengingsgedachten (conceptueel). Verlengend of verlengende termen worden doorgaans in neutrale, descriptieve zin gebruikt en vermijden subjectieve evaluaties.