verkeerssnelheden

Verkeerssnelheden zijn een verzamelterm voor de snelheid waarmee voertuigen zich op het wegennet verplaatsen. Het begrip omvat zowel de feitelijke snelheid op een bepaald moment als de maximale toegestane snelheid op een weg (de snelheidslimiet).

Factoren die verkeerssnelheden beïnvloeden, zijn onder meer het type weg (stedelijke wegen, buitenstedelijke wegen, autosnelwegen), verkeersdrukte, weer- en weersomstandigheden, wegontwerp en geometrie (bochten, kruispunten, invoeg- en uitvoegstroken), voertuigtypen (personenauto’s, vrachtwagens) en handhaving en verkeersbeleid. Ook ongevallen, wegwerkzaamheden en incidenten kunnen snelheden tijdelijk beïnvloeden.

Verkeerssnelheden worden gemeten en geanalyseerd met diverse methoden, zoals automatische snelheidscamera’s, wegensensoren en trajectmetingen via gps-gegevens uit voertuigen en mobiele apps. Belangrijke statistieken zijn de gemiddelde snelheid, de snelheidverdeling over tijd en locaties, en de mate van naleving van de snelheidslimieten. Deze data worden gebruikt voor monitoren, beleid en planning.

Per wegtype verschillen de gangbare snelheden. In stedelijke gebieden ligt de limiet vaak rond 30–50 km/h, op buitenstedelijke wegen doorgaans 60–90 km/h, en op autosnelwegen meestal 90–130 km/h, afhankelijk van de jurisdictie en specifieke wegontwerpen. In veel landen worden snelheidslimieten aangepast als onderdeel van veiligheids- en doorstroomprogramma’s.

Verkeerssnelheden hebben invloed op veiligheid en doorstroming: hogere snelheden vergroten de kans op ongevallen en de ernst ervan en beïnvloeden de capaciteit van de weg. Verkeersbeleid streeft daarom naar een balans tussen reistijd, doorstroming en veiligheid via snelheidsbeperking, infrastructuurontwerp en handhaving.