uploadsnelheden

Uploadsnelheden verwijzen naar de snelheid waarmee data vanaf een gebruiker naar het internet kan worden verzonden. Ze worden uitgedrukt in bits per seconde, meestal megabits per seconde (Mbps) of gigabits per seconde (Gbps). In tegenstelling tot downloadsnelheden gaat het bij uploadsnelheden om de upstream bandwidth.

Netwerken kunnen symmetrisch zijn (evenveel upstream als downstream) of asymmetrisch (veel lagere upstream). Voorbeelden: glasvezel kan vaak 100 Mbps tot 1 Gbps uploads hebben, soms hoger; kabelinternet heeft meestal lagere uploads dan downloads; DSL/ADSL kan 1–20 Mbps upload afhankelijk van afstand tot de centrale; mobiele netwerken (4G/5G) kunnen variëren, vaak tens tot honderden Mbps onder gunstige omstandigheden.

Factoren die uploadsnelheden beïnvloeden zijn onder andere het type en de kwaliteit van de aansluiting, netwerkbelasting, of de verbinding via wifi of bekabeld is, de kwaliteit van hardware zoals modem en router, gebruikte ethernetkabels (bijv. Cat5e, Cat6), firmware en software op apparaten, achtergrondprocessen en de afstand tot de beoogde server.

Uploadsnelheden zijn belangrijk voor toepassingen als cloudbackups, videoconferencing, live streaming, het uploaden van bestanden en remote werk. Een lage upstream kan leiden tot onderbrekingen, vertragingen of verminderde kwaliteit bij deze diensten.

Om uploadsnelheden te verbeteren kun je onder meer kijken naar het upgrade van het abonnement naar een hogere upstream-capaciteit, kiezen voor een symmetrische verbinding zoals glasvezel, een bekabelde verbinding gebruiken in plaats van wifi, oudere routers vervangen of tijdelijk beperken van gelijktijdige toepassingen, en servers dichterbij kiezen of geplande uploads plannen. Regelmatig meten met betrouwbare snelheidstests helpt bij het beoordelen van veranderingen.