Home

uitgebuit

Uitgebuit is de voltooide deelwoordsvorm van het Nederlandse werkwoord uitbuiten en wordt gebruikt om aan te geven dat iemand of iets is uitgebuit, oftewel misbruikt of ten koste van diens belangen is gebruikt door anderen voor eigen voordeel. Het kan zowel predicatief als attributief worden toegepast: bijvoorbeeld “De werknemers zijn uitgebuit” (predicatief) en “een uitgebuite werknemer” (attributief). De term heeft een sterke negatieve connotatie en komt veel voor in discussies over arbeidsomstandigheden, mensenrechten en economische onrechtvaardigheid.

Het werkwoord uitbuiten betekent iemand of iets gebruiken voor eigen voordeel, meestal ten koste van de ander.

Verwante termen zijn uitbuiting (zelfstandig naamwoord), uitbuiter (persoon die uitbuit), en exploitatie. Tegenhangers of antoniemen zijn

Uitgebuit
verwijst
naar
die
toestand
van
misbruik,
vaak
in
contexten
als
arbeid,
grondstoffen
of
maatschappelijk
onrecht.
De
vorm
wordt
in
Nederlandse
zinnen
flexibel
ingezet,
met
gebruik
in
zowel
lidwoordelijke
als
naamwoordelijke
constructies,
bijvoorbeeld:
“De
middelen
zijn
uitgebuit”
of
“De
arbeiders
zijn
uitgebuit
door
hun
werkgever.”
onder
meer
rechtvaardig
gebruik
en
eerlijke
compensatie.
In
de
sociale
en
juridische
literatuur
wordt
uitgebuit
doorgaans
gekoppeld
aan
situaties
waarin
machtsongelijkheid
of
onrechtmatige
exploitatie
een
rol
speelt.