termijnen

Termijnen zijn de meervoudsvorm van termijn, een woord dat in het Nederlands wordt gebruikt voor een vast bepaalde periode, een deadline, of in financiële contexten ook voor afgesproken aflossingen of fasen in een project. In contractuele en administratieve taal geven termijnen aan op welke datum of binnen welke tijdsperiode verplichtingen moeten worden nagekomen.

Etymologie: termijn vindt zijn oorsprong in het Middelnederlands termyn, en is afgeleid van het Franse terme of Latijn terminus. De termijnen verwijzen daarmee naar grenzen of afgebakende periodes waarbinnen iets moet gebeuren.

Gebruik en betekenis: in contracten en wetgeving beschrijft een termijn de tijd waarbinnen een verplichting moet worden nagekomen. Bij financieren en betalen geeft de termijnen aan wanneer sprake is van een betalingsschema, bijvoorbeeld betaling in drie termijnen. In projectmanagement kan een termijn verwijzen naar geplande oplevermomenten of mijlpalen.

Soorten termijnen: kalendertermijn (een vastgestelde datum of datumreeks), betalingstermijn (termijn waarbinnen er betaald moet worden), levertijdtermijn of oplevertermijn (tijdvak voor oplevering van goederen of werken), en project- of mijlpunttermijnen die de voortgang definiëren.

Voorbeelden: “De betaling geschiedt in drie termijnen.” “De levering moet plaatsvinden binnen zeven kalendertermijnen na ontvangst van de bestelling.” Termijnen hebben een centrale rol in planning, financiële afspraken en juridische verplichtingen en worden vaak in contracten expliciet vastgelegd.

Zie ook: aflossingstermijn, betalingstermijn, deadline. In het Engels wordt meestal gesproken van deadline of payment terms.