Home

taalniveau

Taalniveau is de mate waarin iemand een taal beheerst. Het beschrijft hoe goed iemand kan luisteren, lezen, spreken en schrijven, en hoe effectief hij of zij de taal kan gebruiken in verschillende situaties, van dagelijks communicatie tot professionele omgevingen. Het begrip wordt vaak gebruikt in onderwijs, werk en immigratie om iemands taalvaardigheid te bepalen en gerichte begeleiding of toelating te plannen.

In veel Europese en internationale contexten wordt taalniveau georganiseerd volgens het Common European Framework of Reference

De bepaling van het taalniveau gebeurt doorgaans via gestandaardiseerde toetsen, beoordelingsaansages of portfolio's. Voorbeelden zijn CEFR-gebaseerde

Hoewel het CEFR een breed bruikbaar raamwerk biedt, heeft het beperkingen. Het raamwerk beschrijft doelstellingen en

for
Languages
(CEFR).
Het
CEFR
verdeelt
competentie
in
zes
niveaus:
A1,
A2,
B1,
B2,
C1
en
C2.
A1
en
A2
geven
basisvaardigheden
weer,
B1
en
B2
duiden
op
onafhankelijke
competentie,
en
C1
en
C2
op
gevorderde
tot
bijna
moedertaalniveau.
Niveaus
worden
gebruikt
om
doelen
te
stellen,
voortgang
te
meten
en
te
koppelen
aan
examens
en
certificaten.
examens
zoals
Cambridge
English
en
andere
CEFR-compatibele
toetsen.
Voor
Nederlands
bestaan
examens
zoals
NT2
en
inburgeringsexamens
die
gekoppeld
zijn
aan
CEFR-niveaus.
In
veel
landen
is
het
CEFR-systeem
een
gangbare
referentie
bij
toelating
tot
opleidingen,
arbeidsmarktdossiers
en
immigratieprocedures.
niveaus,
maar
realistische
taalvaardigheid
kan
per
situatie
verschillen
en
culturele
of
pragmatische
competenties
zijn
soms
moeilijk
te
meten.
Ook
zelfbeoordeling
kan
subjectief
zijn.
Desondanks
blijft
taalniveau
een
centrale
maatstaf
voor
persoonlijke
ontwikkeling
en
professionele
taalgebruik.
Zie
ook
CEFR
voor
meer
informatie.