stuurverhoudingen

Stuurverhouding, ook wel stuuroverbrengingsverhouding genoemd, is de verhouding tussen de hoek waarmee het stuurwiel draait en de hoek waarmee de voorwielen draaien. In de praktijk wordt vaak gesproken over een verhouding zoals 14:1 of 15:1, wat betekent dat voor elke 14–15 graden draaiing van het stuurwiel de voorwielen ongeveer 1 graad draaien. De stuurverhouding hangt af van het type voertuig en de stuurbesturing.

Een lagere stuurverhouding geeft een directer stuurgevoel: kleine bewegingen van het stuurwiel leiden tot opvallende veranderingen in de hoek van de voorwielen. Een hogere verhouding maakt de besturing minder direct, waardoor het sturen meer inspanning of meer stuurwielrotatie vereist om dezelfde wielenhoek te bereiken. De gekozen verhouding heeft invloed op de responsiviteit, het gevoel en de stabiliteit bij verschillende snelheden.

Moderne voertuigen gebruiken vaak stuurbekrachtiging (hydraulisch of elektrisch) die het benodigde stuurvermogen beïnvloedt, en veel auto’s kennen een variabele stuurverhouding (variable ratio): bij lage snelheid is de respons vaak directer voor wendbaarheid, terwijl bij hogere snelheid de verhouding toeneemt om stabiliteit te bevorderen.

Andere factoren zijn de type stuurbijstelling (mechanisch, hydraulisch, elektrisch), wiel- en bandopbouw, en de uiterlijke constructie van het onderstel. Het begrip stuurverhouding is essentieel voor het beoordelen van het stuurgedrag, rijcomfort en de rijveiligheid van een voertuig.

Zie ook: stuursysteem, stuurbewerking, variabele stuurverhouding, elektrische stuurbekrachtiging.