smaakloos

Smaakloos is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord met twee hoofdbetekenissen. Ten eerste betekent het zonder smaak of met zeer weinig smaak, bijvoorbeeld voedsel dat weinig tot geen smaak heeft. Ten tweede wordt het figuurlijk gebruikt voor zaken die als smakeloos, ongepast of gebrek aan verfijning worden beschouwd, zoals humor, ontwerp of kleding. In beide betekenissen draagt smakeloosheid een negatieve beoordeling uit.

Etymologie en vormgeving. Het woord is samengesteld uit smaak, verwijzend naar de zintuiglijke waarneming van smaak, en loos, een combinatie die zonder betekend. De basisvorm is smaakloos; bij de grammaticale flexibiliteit kan men spreken van smaakloze, smaakloze, of smaakloze inrichting afhankelijk van het geslacht en getal van het zelfstandige naamwoord waarnaar verwezen wordt.

Gebruik en connotatie. Smaakloos wordt meestal gebruikt om aan te geven dat iets ontoegankelijk of gebrek aan finesse vertoont. In voedselcontext verwijst het naar een gebrek aan smaak. In figuurlijke zin kan het betrekking hebben op zaken die als oninteressant, ordinair of tastbaar ongepast worden gezien. Het woord kan als scherp of kritisch worden ervaren, afhankelijk van de context en toon.

Voorbeelden. De soep is smaakloos en mist seasoning. Het interieur oogt smaakloos door het eentonige kleurgebruik. Zijn smaakloze grap zorgde voor ongemak onder de aanwezigen. Een tegenovergestelde term is smaakvol, dat gelijk staat aan verfijnd en aangenaam van smaak of stijl.

Zie ook. Smaakvol, smaak, smaakloswordingen en termen die handelen over smaak en esthetiek.