Home

signaalomvang

Signaalomvang is de amplitude-range van een signaal die een apparaat of systeem kan verwerken zonder significante vervorming of clipping. Het omvat doorgaans het minimum bruikbare signaalniveau en het maximum signaalniveau dat lineair en binnen de bedoelde specificaties kan worden verwerkt.

In sensoren en meetinstrumenten geeft signaalomvang aan welk inputbereik resulteert in een gewenste uitgangsrespons. Bij elektronische

Signaalomvang staat in verband met dynamisch bereik en resolutie. Het dynamisch bereik geeft het verschil aan

Voorbeelden: een temperatuursensor met uitgang 0–5 V heeft een signaalomvang afhankelijk van het sensorbereik; een audio-preamplifier

Ontwerpers kiezen de signaalomvang zodanig dat clipping wordt vermeden en toch een voldoende resolutie behouden blijft,

schakelingen
is
het
vaak
de
spannings-
of
stroomrange
die
het
systeem
kan
accepteren
of
omzetten
naar
een
digitaal
signaal.
Bij
een
analoog-naar-digitaalomzetter
(ADC)
is
signaalomvang
de
inputspanning
die
overeenkomt
met
het
volledige
digitale
bereik,
bijvoorbeeld
0
tot
Vref
voor
een
unipolaire
ADC
of
−Vref
tot
+Vref
voor
een
bipolaire
uitvoering.
tussen
het
grootste
bruikbare
signaal
en
het
minst
waarneembare
signaal
(zoals
de
ruisvloer),
vaak
uitgedrukt
in
decibel.
Een
grotere
signaalomvang
laat
toe
om
variërende
signaalniveaus
met
meer
detail
te
verwerken,
maar
kan
meer
ontwerpruimte,
ruisbeperking
en
linearisatie
vereisen.
Verzadiging
en
vervorming
beperken
de
effectieve
signaalomvang.
met
input-
en
outputbereik
van
±2
V
heeft
een
signaalomvang
van
4
Vpp;
een
12-bits
ADC
met
Vref
van
3,3
V
biedt
een
theoretische
stapgrootte
van
ongeveer
3,3/4096
V
en
een
bijbehorende
signaalomvang
van
0–3,3
V.
rekening
houdend
met
ruis,
linearisatie
en
sensorcharakteristieken.