Home

sigerlijk

Sigerlijk is een ouderwets of dialectaal Nederlands bijwoord en adjectief die in vroegere eeuwen de betekenis “zeker, zekerlijk” kon dragen, en soms “ongetwijfeld” of “garant”. In hedendaagse standaardtaal komt het zelden voor; moderne vergelijkingen zijn bijvoorbeeld zeker, beslist of ongetwijfeld. Het woord wordt vooral aangetroffen in Middelnederlandse en vroegnieuwnederlandse teksten, vaak in plechtige, juridische of religieuze registers waar stelligheid of betrouwbaarheid centraal stond.

Etymologie en ontwikkeling: de exacte oorsprong van sigerlijk is onzeker. taalkundigen zien het als een archaïsche

Huidig gebruik en context: tegenwoordig dient sigerlijk vooral als bron voor taal- en historische studies en

Zie ook: zeker, zekerlijk, archaïsch Nederlands, Middelnederlands.

vorm
die
mogelijk
afstamt
van
een
woord
voor
zekerheid
of
overwinning
en
dat
verwant
is
aan
oudere
Germaanse
wortels
die
het
idee
van
“zekerheid”
of
“zege”
dragen.
Verschillende
historisch
gebruikte
spellingswijzen
bestaan
naast
elkaar,
zoals
sigerlijk
en
sigerlijck,
hetgeen
typerend
is
voor
variatie
in
Middelnederlandse
schriftvoering.
verschijnt
het
zelden
in
moderne
teksten.
In
literatuur,
anthologieën
of
academische
beschrijvingen
van
taalgeschiedenis
kan
het
illustrate
niet-hedendaags
taalgebruik
zijn.
In
alledaags
Nederlands
wordt
het
doorgaans
vervangen
door
woorden
als
zeker
en
zekerlijk.
Het
begrip
blijft
echter
relevant
voor
wie
historische
bronnen
bestudeert
of
dialectale
varianten
onderzoekt.