populatiecycli
Populatiecycli verwijzen naar periodieke of quasi-periodieke fluctuaties in de grootte van een populatie over de tijd. Dergelijke cycli komen voor bij veel organismen, vooral bij kleine zoogdieren en insecten, en kunnen variëren van enkele tot tientallen generaties. Een klassieke illustratie is de cyclus van haas en lynx in Noord-Amerika, waarin de populaties van beide soorten elkaar volgen met een duidelijke tijdvertraging.
Oorzaken en mechanismen: cycli ontstaan vaak door een combinatie van densiteitsafhankelijkheid, predatie, ziekte en milieufactoren. Een
Modellen en kenmerken: wiskundige modellen zoals het Lotka-Volterra-predator‑prooi-model en logistieke groei met vertraging verklaren veel cyclisch
Voorbeelden en implicaties: naast haas-lynx zijn er populaties van knaagdieren en insecten bekend die periodiek schommelen.