Home

onvastheid

Onvastheid is een Nederlands begrip dat de eigenschap of toestand van gebrek aan stabiliteit of vastigheid aanduidt. Het kan letterlijk verwijzen naar mechanische of fysische instabiliteit, maar ook figuurlijk naar onzekerheid of kwetsbaarheid in een situatie. Etymologisch komt het van on- (niet) en vastheid (de eigenschap om stevig bevestigd te zijn).

In de techniek en natuurkunde wordt onvastheid bestudeerd als een stabiliteitsprobleem. Een systeem is onstabiel wanneer

In meteorologie en geofysica verwijst instabiliteit naar atmosferische condities die convectie kunnen veroorzaken en tot weersveranderingen

In het dagelijks taalgebruik kan onvastheid ook figuurlijk gebruikt worden om onzekerheid te betekenen, bijvoorbeeld over

Zie ook: Stabiliteit, Instabiliteit, Buckling, Lyapunov.

kleine
verstoringen
toenemen
in
plaats
van
uitdoven,
wat
kan
leiden
tot
scheefstand,
trillingen
of
structurele
misvorming.
Bij
constructies
kan
onder
bepaalde
belasting
de
toestand
veranderen
van
stabiel
naar
onstabiel,
bijvoorbeeld
buckling
van
balken.
In
dynamische
systemen
wordt
de
stabiliteit
vaak
vastgesteld
via
criteria
zoals
de
ligging
van
eigenwaarden
of
via
Lyapunov-methoden
die
aantonen
of
de
beweging
uitdooft
of
juist
toeneemt.
leiden.
Hier
spreekt
men
onder
meer
over
atmosferische
instabiliteit
en
concepten
zoals
het
temperatuurprofiel
en
Convective
Available
Potential
Energy
(CAPE).
Instabiliteit
speelt
ook
een
rol
in
geofysische
processen
zoals
magma-
of
seismische
systemen
waar
storingen
kunnen
uitgroeien
tot
grotere
bewegingen.
plannen,
beslissingen
of
persoonlijke
betrouwbaarheid.