Home

ontzetting

Ontzetting is een juridische term die in het Nederlands recht wordt gebruikt voor de ontneming van bepaalde rechten of de uitsluiting uit het dragen van een openbaar ambt. De term kan verwijzen naar twee hoofdgevallen: ontzetting uit de uitoefening van bepaalde rechten en ontzetting uit het ambt.

Etymologie en betekenis. Ontzetting komt van het voorvoegsel ont- (on-, verwijderen) en zetting (het plaatsen of

Toepassingsgebieden. In beide landen geldt ontzetting vaak als sanctie voortvloeiend uit een strafrechtelijke veroordeling of uit

Procedure en duur. Een ontzetting wordt doorgaans opgelegd door een rechter, een commissie of een bevoegde

Gevolgen. Het gevolg is verlies van rechten en bevoegdheden die aan de positie of status zijn verbonden.

Zie ook verwante concepten zoals uitsluiting uit rechtsbevoegdheid en verwijdering uit het ambt.

vaststellen).
In
juridische
context
duidt
het
op
een
formele
handeling
waarbij
iemand
tijdelijk
of
blijvend
uit
een
rechtspositie
of
uit
het
rechtsbezit
van
bepaalde
rechten
wordt
gezet.
een
bestuurlijke
beslissing.
Ontzetting
uit
de
uitoefening
van
rechten
kan
betrekking
hebben
op
burgerrechten
zoals
stem-
en
kiesrecht,
en
soms
op
het
uitoefenen
van
bepaalde
verboden
of
beperkingen.
Ontzetting
uit
het
ambt
betreft
de
verwijdering
uit
een
openbaar
ambt
of
functie,
bijvoorbeeld
wegens
misdragingen,
belangenverstrengeling
of
andere
tekortkomingen
die
de
geschiktheid
voor
het
ambt
aantasten.
overheidsinstantie
via
een
formele
beslissing.
Er
kunnen
regels
bestaan
over
beroep
of
herziening.
De
duur
van
ontzetting
varieert;
sommige
vormen
zijn
tijdelijk
(met
de
mogelijkheid
tot
herziening
of
rehabilitation),
andere
zijn
permanent.
Dit
kan
stemmen,
kiesrecht,
het
(niet)
kunnen
bekleden
van
bepaalde
publieke
functies
en
andere
civiele
rechten
omvatten.