Home

omvallende

Omvallende is het tegenwoordige deelwoord van het werkwoord omvallen, wat letterlijk ‘overvallen door het vallen’ betekent. Het is een bijvoeglijk naamwoordvorm die wordt gebruikt om iets te beschrijven dat op het punt staat te vallen of dat in een toestand verkeert waarin het dreigt te vallen. In die zin heeft het een momentoplossende, waarschuwende bijklank, bijvoorbeeld bij bomen, lantaarnpalen of andere constructies die door wind, verzakking of schade kunnen omvallen.

Gebruik en nuance

In het Nederlands komt omvallende vaak voor in contexts zoals weers- en veiligheidsberichten, waarin wordt gewezen

Relaties en verwante termen

Het werkwoord omvallen maakt ook de tegenstelling met de voltooide vorm “omgevallen” duidelijk. Daarnaast kunnen verwante

Zie ook

Omvallen (werkwoord), omgevallen, omvallend (gerelateerde vormen), vallend/val, veiligheidssignalering.

op
gevaren
door
vallende
objecten.
Voorbeelden
zijn
“omvallende
bomen”,
“omvallende
lantaarnpalen”
of
“omvallende
takken”.
De
vorm
wordt
als
bijvoeglijk
naamwoord
verbogen:
“de
omvallende
boom”
(enkelvoud,
bepaald),
“een
omvallende
boom”
(enkelvoud,
onbepaald)
en
“omvallende
bomen”
(meervoud).
Voor
gebeurtenissen
die
reeds
hebben
plaatsgevonden,
wordt
meestal
de
past
participle
gebruikt:
“omgevallen
bomen”.
uitdrukkingen
beschrijven
wat
eventueel
gebeurt,
zoals
“dreigend
omvalt”
of
“in
de
verplaatsing
van
vallen”
in
minder
gangbare
zinsconstructies.
In
technisch-journalistieke
teksten
kan
omvallende
dan
ook
fungeren
als
generaliserend
descriptor
voor
objecten
die
onder
spanning
staan
en
gevaar
opleveren.