nietpermeabel

Nietpermeabel is een bijvoeglijk naamwoord dat wordt gebruikt om aan te geven dat een materiaal, barrière of grens de passage van vloeistoffen of gassen grotendeels verhindert. In de praktijk wordt vaak gesproken van een zeer lage permeabiliteit in plaats van absolute ondoorlaatbaarheid, omdat vrijwel elk materiaal onder bepaalde omstandigheden enige transportkanalen kan vertonen.

In de geowetenschappen verwijst nietpermeabel naar een laag die de beweging van water beperkt, bijvoorbeeld door klei- of schalielagen. Zulke lagen fungeren als aquitards of aquicludes en kunnen groundwaterstroming aanzienlijk verminderen. In techniek en industrie worden membranen, coatings en folies ontworpen om gas- of waterdampdoorlatendheid te minimaliseren; voorbeelden zijn metalen wanden en polymeerfolies die specifiek zijn geformuleerd om permeabiliteit te beperken.

Biologie: de meeste biologische membranen zijn semipermeabel; volledige impermeabiliteit is zeldzaam. Toch bestaan er weefsels of structuren die voor bepaalde stoffen niet doorlaatbaar zijn, zoals beschermende cuticula bij planten of de buitenlaag van insecten. In medische toepassingen kan het begrip nietpermeabiliteit relevant zijn bij barrières voor medicijndosering of implantaten.

Permeabiliteit wordt uitgedrukt met een permeabiliteitscoëfficiënt of diffusiviteitscoëfficiënt en hangt af van factoren zoals porositeit, temperatuur en drukverschil. Voor gassen en vloeistoffen gelden verschillende meetmethoden, waaronder diffusie-kennwaarden en Darcy’s wet voor stroming door poreuze media.