Home

nietioniserend

Nietioniserende straling verwijst naar elektromagnetische straling en andere energievormen waarvan elk foton minder energie heeft dan nodig is om elektronen uit atomen te verwijderen. In de praktijk omvat dit zichtbaar licht, infrarood, microgolven, radiogolven en statische of laagfrequente elektrische en magnetische velden. Dit staat in contrast met ioniserende straling, zoals röntgen- en UV-straling, waarin de fotonenergie hoog genoeg is om bindingen te breken en elektronen te verwijderen.

De grens tussen niet-ioniserende en ioniserende straling ligt bij de ionisatie-energie van atomen; fotonen met energie

Gezondheidsimpact en veiligheid worden vooral bepaald door blootstellingniveaus. Niet-ioniserende straling kan in sommige omstandigheden leiden tot

Toepassingen van niet-ioniserende straling zijn wijdverspreid: communicatie (radio, televisie, mobiele netwerken), medische en industriële toepassingen (MRI,

lager
dan
deze
grens
kunnen
doorgaans
geen
ionisatie
veroorzaken.
Niet-ioniserende
straling
kan
wel
interactie
hebben
met
materie
via
andere
mechanismen,
zoals
warmte-ontwikkeling
(diepteheling
in
weefsels
bij
hoge
intensiteit)
en
elektromagnetische
interacties
die
spanning
of
warmte-inductie
veroorzaken.
temperatuurverhoging
en
verwachte
acute
effecten;
de
wetenschappelijke
gemeenschap
onderzoekt
nog
altijd
of
er
subtielere
niet-thermische
effecten
bestaan.
Om
deze
redenen
stellen
internationale
en
nationale
instanties
blootstellinglimieten
vast.
Organisaties
zoals
ICNIRP
en
de
Wereldgezondheidsorganisatie
geven
richtlijnen,
die
door
overheden
en
bedrijfsleven
worden
vertaald
naar
normen
en
regels
voor
beroepsmatige
en
publieke
blootstelling.
radiogolvenverwarming),
en
huishoudelijke
apparaten
(
magnetrons,
verlichting
en
sensoren).
Het
begrip
blijft
essentieel
voor
beleid,
veiligheid
en
technologische
ontwikkelingen
rondom
elektromagnetische
velden
en
straling.