middenspannings

Middenspanning, ook wel middenspanningsniveau genoemd, verwijst in de elektrotechniek naar netspanningen die hoger zijn dan laagspanning maar lager dan hoogspanning. In de praktijk omvat dit doorgaans nominale spanningen tussen circa 1 kV en 35 kV; in sommige definities loopt dit tot 52 kV. De exacte grenswaarden variëren per land en regelgevende context. Middenspanningsnetten vormen daarmee de schakel tussen het hoogspanningsnet, dat lange afstanden transporteert, en het laagspanningsnet, dat elektriciteit levert aan woningen en bedrijven.

Toepassing en infrastructuur: Middenspanningsnetten leveren elektriciteit aan steden, industriële gebieden en woonwijken via onderstations die MV-spanning omzetten naar lagere spanningen voor distributie. Ze bestaan uit middelspanningskabels of bovenleidingen, schakelkasten en transformatoren, evenals beschermings- en regelsystemen. Netbeheerders beheren deze netten vaak als een aparte laag tussen hoogspanning en laagspanning, met verbindingen naar zowel het hoogspanningsnet als het lokale laagspanningsnet.

Uitvoering en veiligheid: Middenspanningsapparatuur vereist passende isolatie, beveiliging en afstandsmaatregelen. Het netwerk wordt beschermd tegen kortsluiting en overbelasting met scheiders, interrupters en beschermingsrelais. Onderhoud en aanleg vallen onder nationale regelgeving en internationale normen, waarbij IEC/EN-standaarden een belangrijke rol spelen bij ontwerp, installatie en veiligheid.

Verhouding tot andere spanningslagen: Middenspanning is de tussenlaag tussen hoogspanning, die zich richt op langeafstandsnetwerken, en laagspanning, die direct bij eindgebruikers terechtkomt. Definities en praktijk kunnen per land verschillen in termen van exacte grenswaarden en infrastructuur.