Home

meevliegen

Meevliegen is een Nederlands werkwoord dat betekent iemand vergezellen op een vlucht of meevliegen op een reis. De hoofdbetekenis is letterlijk: samen met iemand anders in een vliegtuig vliegen of meereizen naar dezelfde bestemming. Het woord kan ook in figuurlijke zin worden gebruikt, maar het is vooral bekend als een reisgerelateerd begrip.

Etymologie en gebruikscontext: het woord is opgebouwd uit mee- (samen, gezamenlijk) en vliegen (in de lucht gaan).

Grammaticale aard: meevliegen is een werkwoord met het prefix mee-, wat typerend is voor werkwoorden die een

Voorbeelden:

- De reizigers besloten mee te vliegen op dezelfde vlucht om kosten te besparen.

- De teams vlogen mee naar de conferentie en deelden de reiskosten.

Zie ook: voorvoegsel mee-; werkwoorden met prefixen; reis- en vervoersgerelateerde uitdrukkingen.

Het
gaat
meestal
over
het
gebruik
van
een
vlucht,
maar
de
toon
kan
variëren
van
informeel
tot
zakelijk
afhankelijk
van
de
situatie,
bijvoorbeeld
bij
het
delen
van
tickets
of
het
plannen
van
reisroutes.
meegaandheid
aanduiden.
In
de
tegenwoordige
tijd
zeg
je
bijvoorbeeld:
ik
vlieg
mee,
jij
vliegt
mee,
we
vliegen
mee.
In
de
verleden
tijd:
we
vlogen
mee.
In
de
voltooide
tijd
kan
men
afhankelijk
van
context
zowel
meegevlogen
als
meegevlogen
horen
(bijvoorbeeld:
we
hebben
meegevlogen
of
we
zijn
meegevlogen).