Home

marrowsuppressieve

Marrowsuppressieve, ook wel myelosuppressieve genoemd, zijn geneesmiddelen of behandelingen die de activiteit van het beenmerg onderdrukken. Door deze onderdrukking daalt de productie van bloedcellen in het beenmerg, wat kan leiden tot neutropenie (laag aantal neutrofielen), anemie (laag hemoglobine) en trombocytopenie (laag aantal bloedplaatjes). Myelosuppressie vergroot het risico op infecties en bloedingen en kan leiden tot vermoeidheid.

Oorzaken en mechanismen: De belangrijkste oorzaken zijn cytotoxische chemotherapie en radiotherapie die het beenmerg beschadigen of

Monitoring en beheer: Beenmergsuppressie wordt gevolgd met regelmatige bloedtelling. Bij significante neutropenie of trombocytopenie kunnen behandelingen

Impact en nuance: Marrowsuppressie is een belangrijke bijwerking van veel kankerbehandelingen en kan de behandeling beperken.

onderdrukken.
Voorbeelden
van
chemotherapie
die
vaak
myelosuppressie
veroorzaakt
zijn
cyclofosfamide,
doxorubicine,
methotrexaat,
cytarabine
en
carboplatin.
Ook
sommige
gerichte
therapieën
en
immunotherapieën
kunnen
bloedcelproductie
verminderen.
In
sommige
behandelingsregimes
wordt
beenmergsuppressie
doelbewust
benut
bij
voorbereidende
conditioning
voor
stamceltransplantatie.
worden
uitgesteld
of
de
dosis
worden
verlaagd.
Behandeling
kan
bestaan
uit
ondersteunende
zorg
zoals
toediening
van
G-CSF
(zoals
filgrastim
of
pegfilgrastim)
om
neutrofielen
te
stimuleren,
bloedtransfusies
bij
anemie
of
ernstige
trombocytopenie,
en
antibiotische
preventie
bij
hoog
risico
op
infectie.
Tegelijkertijd
kan
beenmergsuppressie
ook
doelgericht
worden
benut
in
conditioning-regimes.
Goede
monitoring
en
tijdige
ondersteuning
zijn
cruciaal.