lichtsnelheden
Lichtsnelheden verwijzen naar de snelheid waarmee elektromagnetische straling zich voortplant, meestal in vacuüm of in een medium. In de natuurkunde is de snelheid in vacuüm aangeduid met het symbool c. De exacte waarde is 299.792.458 meter per seconde en c geldt als een universele, onveranderlijke constante die in alle inertiale referentiekaders hetzelfde blijft. Dit maakt c de basis voor de speciale relativiteit en fungeert als de maximale snelheid waarboven geen informaties of materie kunnen reizen.
In materie is de voortplantingssnelheid doorgaans lager dan c, en die snelheid wordt bepaald door de optische
Historisch gezien vormde de vaststelling van c een keerpunt. Fizeau toonde in 1849 met een hoedenwielexperiment
Betekenis en toepassingen: c bepaalt de grenzen van causaliteit en beïnvloedt metingen zoals GPS en de beschrijving
Varianten en metingen: sommige theorieën hebben voorstellen tot variabele lichtsnelheid (VSL), maar experimentele tests in vacuüm