Home

leverstijfheid

Leverstijfheid is de maat voor de stijfheid van het leverweefsel, meestal uitgedrukt in kilopascal (kPa), en wordt gebruikt als indirecte maat voor leverfibrose. Verhoogde leverstijfheid wijst op fibrose of cirrose en is een belangrijke biomarker in de diagnostiek van chronische leverziekten. Leverstijfheid wordt gemeten met elastografie, een beeldvormingstechniek die de elasticiteit van weefsel in kaart brengt.

Er zijn verschillende methoden: transient elastography (TE) met een handstuk zoals FibroScan; ARFI-elastografie (Acoustic Radiation Force

Normale leverstijfheid ligt meestal onder circa 6 kPa. Bij fibrose neemt de stijfheid toe. Bij FibroScan worden

Toepassingen omvatten noninvasieve screening en monitoring bij chronische leverziekten zoals hepatitis B/C, NAFLD en alcoholische leverziekte.

Beperkingen bestaan: ontsteking of cholestase kan de stijfheid tijdelijk verhogen; postprandiale toestand, obesitas en vocht in

Impulse)
die
met
ultrasound
werkt;
magnetic
resonance
elastography
(MRE)
die
MRI
gebruikt.
Deze
technieken
leveren
stijfheidsmetingen
op
die
wereldwijd
in
klinische
praktijk
worden
toegepast.
drempels
vaak
gebruikt:
significante
fibrose
(F2–F3)
ligt
rond
7–9
kPa,
cirrose
(F4)
meestal
>12–14
kPa,
maar
deze
cijfers
hangen
af
van
etiologie
en
gebruikte
methode.
Leverstijfheid
kan
helpen
bij
risicostratificatie
voor
complicaties
en
bij
evaluatie
van
respons
op
behandeling,
zonder
de
noodzaak
van
een
leverbiopsie.
de
buik
kunnen
de
metingen
beïnvloeden;
ascites
bemoeilijkt
meten
bij
sommige
technieken;
interpretatie
vereist
kennis
van
etiologie,
techniek
en
klinische
context.