leiderschapsbevoegdheden

Leiderschapsbevoegdheden verwijzen naar het mandaat, de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden die nodig zijn om richting te geven aan een groep, afdeling of organisatie. Ze omvatten zowel formele macht die aan een positie is gekoppeld als informele invloed die voortkomt uit persoonlijk leiderschap, reputatie en expertise. De bevoegdheden vormen samen de ruimte waarin een leider beslissingen kan nemen en veranderingen kan sturen.

De inhoud van leiderschapsbevoegdheden omvat onder meer het formuleren en uitdragen van visie en strategie, besluitvorming, prioritering en toewijzing van middelen, verandermanagement, en communicatie naar stakeholders. Daarnaast horen teamontwikkeling, motivatie van medewerkers, ethiek, integriteit en naleving van regels tot deze bevoegdheden. Ook het bewaken van prestaties, risico’s en governance valt hieronder, evenals het onderhouden van verantwoording en toezicht op de voortgang van doelstellingen.

Een belangrijk aandachtspunt is het onderscheid tussen leiderschapsbevoegdheden en managementbevoegdheden. Leiderschapsbevoegdheden richten zich vaker op richting geven, inspiratie en het managen van veranderingen, terwijl managementbevoegdheden meer gericht zijn op planning, controle en operationele uitvoering. De toepassing van leiderschapsbevoegdheden varieert per sector, zoals het bedrijfsleven, de publieke sector en non-profitorganisaties, en vereist duidelijke afspraken over mandaat, rollen, verantwoordelijkheden en grenzen om misbruik te voorkomen.

Ontwikkeling vindt vaak plaats via training, coaching, mentoring en feedbacksystemen zoals 360 graden evaluaties. Goed uitgewerkt competency frameworks en accountability-mechanismen helpen bij het plannen van ontwikkeling en het waarborgen van verantwoording.