Home

laagland

Laagland is een geografische term die verwijst naar gebieden met een relatief lage hoogte boven zeeniveau, meestal vlak of licht gebogen. Het begrip wordt toegepast op kustvlakken, rivierdelta’s en veen- of moerasgebieden waar de topografie weinig reliëf vertoont. De hoogtegrens varieert per regio, maar de kernkenmerken zijn de lage ligging en een sterke hydrologische interactie met watergangen en grondwater.

Kenmerken en ontwikkeling: Laaglanden hebben vaak vruchtbare klei-, veen- of siltbodems en zijn gevoelig voor wateroverlast.

Uitdagingen en betekenis: Door zeespiegelstijging, bodemdaling en extremere neerslag staan laaglanden bloot aan overstromings- en waterschapsrisico’s.

Daartoe
is
drainage
en
drooglegging
nodig,
vaak
ondersteund
door
polders,
dijken,
sluizen,
gemalen
en
waterkeringen.
Het
bodembeheer
is
gericht
op
landbouw
en,
in
toenemende
mate,
stedelijke
ontwikkeling
en
infrastructuur.
In
veel
laaglanden
komen
natte
graslanden,
moerassen
en
veengebieden
voor
die
onder
invloed
staan
van
waterbeheer.
Klimaatadaptatie,
retentiegebieden,
dijkversterking
en
rivierinundatiebeheer
spelen
een
cruciale
rol.
Voorbeelden
van
laaglandgebieden
zijn
de
Noord-Nederlandse
kust
en
delta,
delen
van
België
en
Duitsland
in
rivier-
en
deltagebieden,
de
Fens
in
Engeland
en
de
Po-vlakte
in
Noord-Italië.