Home

kleinheid

Kleinheid is een zelfstandig naamwoord in het Nederlands dat de eigenschap of toestand van klein zijn beschrijft: in omvang, grootte, hoeveelheid of belang. Het is afgeleid van klein en het achtervoegsel -heid, vergelijkbaar met de Duitse term Kleinheit. Het woord wordt in uiteenlopende contexten gebruikt, van praktische beschrijving tot abstracte verwijzingen naar waarde en betekenis.

De betekenis kan zowel objectief als subjectief zijn. Fysieke kleinheid verwijst naar geringe afmetingen of aantallen;

In filosofie, literatuur en de sociale wetenschappen fungeert kleinheid als onderwerp van reflectie over perspectief, schaal

Etymologisch is kleinheid verwant aan andere Germaanse talen, zoals het Duits Kleinheit, en aan het Nederlandse

figuurlijk
gebruik
duidt
op
gering
belang
of
een
geringe
impact.
De
nuance
hangt
sterk
af
van
toon
en
context:
kleinheid
kan
neutraal,
bescheiden,
maar
ook
negatief
of
afkeurend
klinken
wanneer
iemand
iets
minderwaardig
acht.
en
de
menselijke
relatieve
plaats.
Voorbeelden
zijn
uitspraken
over
de
menselijke
kleinheid
in
het
universum
of
de
relatieve
betekenis
van
alledaagse
problemen.
In
kunst
kan
kleinheid
ook
resoneren
met
gevoelens
van
kwetsbaarheid
en
echtheid.
achtervoegsel
-heid
dat
abstracte
kwaliteiten
aanduidt.
Synoniemen
zijn
geringheid
en
onbeduidendheid,
met
nuances
afhankelijk
van
context;
antoniemen
omvatten
grootsheid
en
belangrijkheid.
Kleinheid
blijft
daarom
een
veelzijdig
concept
dat
zowel
objectieve
maten
als
subjectieve
percepties
encodeert.