kalmeert

Kalmeert is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van het Nederlandse werkwoord kalmeren. Het wordt gebruikt wanneer iets of iemand rust of kalmte brengt bij een ander persoon, een situatie of een toestand. Kalmeren verwijst naar het verminderen van spanning, onrust of angst en kan zowel op emoties en gedachten als op lichamelijke rust van toepassing zijn. In het dagelijks taalgebruik kan kalmeren letterlijk of figuurlijk voorkomen en ook verwijzen naar het gebruik van kalmerende middelen.

Etymologisch is kalmeren een Nederlands woord met wortels in de termen voor kalmte en heeft verwantschap met cognaten in andere Germaanse talen. De basis kalm- verschijnt in vormen als kalm, kalmeert en in afgeleide woorden zoals kalmerend en kalmeringsmiddel. Het werkwoord kan zowel transitief als intransitief voorkomen: iemand kalmeren (tot rust brengen) of zich kalmeren (zichzelf tot rust brengen).

Vervoeging (tegenewoordige tijd): ik kalmeer; jij kalmeert; hij/zij/het kalmeert; wij kalmeren; jullie kalmeren; zij kalmeren.

Voorbeelden: De arts kalmeert de patiënt met een kalmerend middel; de rustige muziek kalmeert de zaal; hij kalmeert zijn zenuwen voordat het examen begint.

Gerelateerde termen: kalmerend (bijvoeglijk naamwoord), kalmeringsmiddel (sedativum), kalmering (het proces van rust).