Home

intervalmetingen

Intervalmetingen verwijst naar het bepalen van de duur van een interval tussen twee gebeurtenissen, bijvoorbeeld de tijd tussen twee pulsen of het tijdsvenster waarin een gebeurtenis optreedt. Het wordt toegepast in elektronica, meet- en regellaboratoria, natuurkunde en sportevenementen waar nauwkeurige duraties van belang zijn. Intervalmetingen richten zich op zowel korte als lange intervallen en op de tijdsduur van signaalpulsoscilaties.

Methoden en instrumenten: start-stop-meting met een klok, time-to-digital converters (TDC’s), tijdmeting met interval counters en digitale

Nauwkeurigheid en onzekerheid: de nauwkeurigheid hangt af van klokresolutie, jitter, vertragingen in signaalpaden en dead time.

Toepassingen: timing in digitale systemen en netwerken, karakterisering van pulsen, meting van wachttijden in wetenschappelijke experimenten,

Overwegingen bij selectie: de keuze van meetinstrument hangt af van het gewenste intervalbereik, de voorgestelde resolutie

opslagoscilloscopen.
Voor
hoge
precisie
worden
klokken
gebruikt
met
lange
termijn
stabiliteit,
zoals
atomaire
klokken
of
GPS-geleide
oscillatoren.
In
software
kan
een
tijdsinterval
worden
bepaald
door
timestamping
met
een
systeemklok
en
het
tellen
van
klokcycli.
Meetapparatuur
levert
vaak
ook
grenzen
aan
resolutie
en
jitter,
wat
de
nauwkeurigheid
beïnvloedt.
Kalibratie
tegen
referenties
en
traceerbaarheid
aan
standaarden
(zoals
UTC)
is
gebruikelijk.
Bij
intervalmetingen
wordt
vaak
een
onzekerheidsbudget
opgesteld
om
de
betrouwbaarheid
van
de
meting
aan
te
geven
en
om
herhaalbaarheid
te
garanderen.
sporttijdmetingen
en
productieprocessen
waar
tijdsmetingen
een
kritieke
parameter
vormen.
en
de
benodigde
nauwkeurigheid.
Belangrijke
factoren
zijn
jitter,
dead
time,
referenties
en
de
mogelijkheid
tot
kalibratie
en
traceerbaarheid.