Home

intertextualiteit

Intertekstualiteit is een theorie in de literatuurwetenschap die stelt dat teksten niet op zichzelf staan maar verweven zijn met andere teksten. Teksten putten uit citaten, parafrases, allusies en uit de codes van genres en cultuur, waardoor betekenis in dialoog treedt met bestaande teksten. De term werd in de jaren zestig en zeventig ontwikkeld door de Franse filosoof en criticus Julia Kristeva, die betoogde dat elke tekst een mozaïek is van tekstradities die opnieuw worden ingezet en getransformeerd door nieuwe contexten.

Onderscheid en relatie tot verwante begrippen: intertekstualiteit verwijst naar de wisselwerking tussen teksten onderling, terwijl intratextualiteit

Toepassingsvelden: intertekstualiteit ligt niet alleen op het terrein van literatuur, maar plak ook in film, televisie,

Kritiek en discussie: sommigen bekritiseren intertekstualiteit als een deterministische of overdreven nadruk op netwerken van teksten,

(een
later
door
Kristeva
geponeerd
begrip)
verwijst
naar
relaties
binnen
een
enkele
tekst
zelf,
zoals
herhaalde
motieven
of
citaten
die
deel
uitmaken
van
die
tekst.
Expliciete
intertekstualiteit
kijkt
naar
duidelijke
verwijzingen
(noemen,
citaat
in
de
tekst),
terwijl
impliciete
intertekstualiteit
verwijst
naar
meer
subtiele
of
onduidelijke
verwijzingen
(stijl,
thematiek,
genres).
reclame
en
digitale
media.
Tekstmaterialen
kunnen
expliciet
verwijzen
naar
klassieke
werken,
kunnen
elementen
uit
die
werken
parafransen
of
hergebruiken
in
pastiche
en
hommage,
of
via
thema’s
en
vormen
een
brug
slaan
naar
andere
tradities.
Het
concept
helpt
bij
het
analyseren
hoe
betekenis
wordt
opgebouwd
door
referenties
en
hoe
lezers
of
kijkers
die
verwijzingen
herkennen
en
daar
nieuwe
betekenissen
aan
geven.
en
beweren
dat
originaliteit
nog
steeds
bestaat.
Anderen
benadrukken
de
rol
van
de
lezer
en
de
culturele
context
bij
het
interpreteren
van
verwijzingen,
waardoor
betekenissen
fluctuerend
en
open
blijven.