Home

incidentiepercentages

Incidentiepercentages, ook wel cumulatieve incidentie genoemd, geven aan welk deel van een bevolkingsgroep een aandoening gedurende een vastgestelde periode voor het eerst ontwikkelt. Het wordt uitgedrukt als een percentage of proportie. Berekening: het aantal nieuwe gevallen tijdens de periode gedeeld door het aantal personen dat aan het begin van de periode risico liep, maal 100. Personen die reeds de aandoening hadden bij aanvang, of die tijdens de follow-up uit de groep vielen, worden meestal niet in de teller of deler opgenomen.

Verschil met prevalentie: prevalentie meet hoeveel personen op een bepaald moment of gedurende een periode de

Verschil met de incidentie- of incidentieratio (incidence rate): die laatste gebruikt de tijdsduur waarin elke persoon

Toepassingen: veel gebruikt in cohortonderzoeken, klinische studies en public health om risico's te kwantificeren en trendanalyses

Beperkingen: gevoelig voor de gekozen observatieperiode en de samenstelling van de populatie (bijv. leeftijdsstructuur). Veranderingen in

aandoening
heeft,
inclusief
bestaande
gevallen;
incidentie
meet
alleen
nieuwe
gevallen.
bijdraagt;
incidentieprocent
is
dus
een
cumulatieve
maat
en
geeft
de
kans
op
het
ontwikkelen
van
de
aandoening
gedurende
de
periode.
uit
te
voeren.
Voorbeeld:
in
een
cohort
van
10.000
mensen
gevolgd
gedurende
één
jaar
ontwikkelden
200
personen
de
ziekte;
de
cumulatieve
incidentie
is
200/10.000
=
2%.
populatiegrootte
of
verlies
aan
follow-up
kunnen
de
meting
beïnvloeden.
Om
internationale
vergelijkingen
te
verbeteren,
worden
soms
leeftijdsgestandaardiseerde
incidentiepercentages
gebruikt.