hoofdvenster

Hoofdvenster is de belangrijkste venster van een applicatie in een grafische gebruikersomgeving. Het fungeert als het primaire kader waarin de gebruikersinterface wordt gepresenteerd en bevat meestal het centrale werkgebied waarin inhoud wordt weergegeven en bewerkt. Bij het starten van de toepassing verschijnt het hoofdvenster vaak als eerste venster en dient het als hoofdpunt van interactie met de gebruiker.

Een hoofdvenster omvat doorgaans verschillende structurele onderdelen, zoals een titelbalk met de venstertitel, een menubalk of werkbalken en een statusbalk onderaan. Het centrale gedeelte biedt de hoofdinhoud van de applicatie, zoals formulieren, tabbladen, grafische weergaven of tekstvelden. De grootte en positie van het hoofdvenster zijn meestal aanpasbaar en het venster kan over meerdere schermen worden geplaatst of worden gewijzigd met docking- of layoutfuncties.

Gedrag en interactie: het hoofdvenster kan de focus krijgen en direct interactie mogelijk maken. In veel toepassingen geldt het hoofdvenster als het topniveau-venster (top-level window). Soms spelen modaliteit en meerdere documenten een rol, bijvoorbeeld wanneer onderliggende dialoogvensters de interactie met het hoofddocument tijdelijk blokkeren.

Context in softwareontwikkeling: in verschillende GUI-frameworks is het hoofdvenster een gangbaar concept. Frameworks zoals Qt, GTK, JavaFX en Electron bieden een specifieke component of klasse voor het hoofdvenster, met opties voor menu’s, statusinformatie en docking-onderdelen. Over platformen heen blijft het hoofdvenster de centrale toegangspoort tot de functies en interactie van de gebruiker.