hoofdoek

Hoofddoek is een term die meestal verwijst naar een doek die het hoofd bedekt. In het Nederlands is de standaardspelling hoofddoek; hoofdoek komt voor als variant of dialect. Het begrip omvat zowel eenvoudige vierkante of rechthoekige doeken als meer gestructureerde hoofddeksels die het gezicht of de hals kunnen bedekken.

De etymologie van het woord is eenvoudig: het combines hoofd en doek, letterlijk een doek voor het hoofd. In de loop der tijd zijn er talrijke regionale en religieuze varianten ontstaan, met verschillende stijlen en manieren van dragen.

Gebruik en varianten: een hoofddoek kan variëren van een losse sjaal tot een strak aangesloten kledingstuk. Typen die in het publieke debat vaak genoemd worden, zijn de hijab (een doek die het hoofd en de hals bedekt), de niqab (bedekt het gezicht met een gat voor de ogen) en de chador (een omsluitende mantel). De materialen variëren van katoen en linnen tot zijde en synthetische stoffen; kleuren en patronen lopen uiteen van neutraal tot fel.

Culturele en religieuze context: in veel contexten wordt de hoofddoek geassocieerd met islamitische tradities, maar niet uitsluitend. Sommige vrouwen dragen hem uit religieuze overtuiging, anderen uit culturele identiteit, modestie of mode. De betekenis en de wijze van dragen kunnen sterk verschillen per regio, stroming en individu.

Sociale en juridische context: in verschillende landen en instellingen bestaan regels of discussies over kopbedekking, variërend van vrijheid van religieuze uiting tot school- of werkbeleid. Debatten gaan vaak over de balans tussen persoonlijke autonomie en maatschappelijke normen.

Zie ook: hijab, niqab, chador, jilbab, hoofdbekleding.