Home

heupgewricht

Het heupgewricht (articulatio coxae) is een kogelgewricht tussen de kop van het dijbeen (femur) en de kom van het bekken, de acetabulum. Het is een van de grootste en meest stabiele gewrichten en speelt een centrale rol bij gewichtdragend staan, lopen en rennen. Het gewricht is omgeven door een gewrichtskapsel en synoviale vloeistof die smering en beweging mogelijk maken.

Anatomie: de heupkop is rond en past in de acetabulum; het labrum acetabuli verlengt de kom en

Functie en beweging: als kogelgewricht laat het flexie en extensie, abductie en adductie, en interne en externe

Aandoeningen en behandeling: veelvoorkomende aandoeningen zijn artrose (osteoarthritis), femoroacetabulaire impingement (FAI), dysplasie van het heupgewricht, fracturen

verbetert
stabiliteit.
Het
kapsel
wordt
versterkt
door
de
ligaments
iliofemorale,
pubofemorale
en
ischiofemorale.
Bloedtoevoer
komt
voornamelijk
van
de
mediale
en
laterale
femorale
circumflex
arteries;
de
arterie
capitis
femoris
(arterie
van
het
lig.
teres)
levert
doorgaans
een
kleinere
bijdrage.
Zenuwvoorziening
bestaat
uit
articulare
takken
van
de
nervi
femoralis,
obturatorius
en
nervus
gluteus
superior,
met
variatie
per
individu.
rotatie
toe.
Stabiliteit
komt
van
het
kapsel,
de
ligamenten
en
het
labrum.
De
maximale
bewegingsomvang
varieert,
maar
flexie
tot
circa
120
graden
is
gebruikelijk,
abductie
tot
ongeveer
40-50
graden,
en
rotaties
hangen
af
van
de
positie
en
individuele
factoren.
van
de
femurhals
en
avasculaire
necrose.
Diagnostiek
omvat
lichamelijk
onderzoek
en
beeldvorming
(röntgen,
MRI/CT).
Behandeling
kan
conservatief
zijn
(fysiotherapie,
pijnstilling,
gewichtscontrole)
of
chirurgisch
(totale
heupprothese,
heup
resurfacing,
osteotomie;
arthroscopie
bij
FAI).
Revalidatie
na
ingrepen
richt
zich
op
pijnreductie
en
terugkeer
naar
dagelijks
en
sportief
functioneren.