groeivormen

Groeivormen verwijzen naar de karakteristieke bouw en groei van planten die hun uiteindelijke vorm bepalen, zoals hoogte, aantallen stammen en vertakking. In de botanie en tuinbouw wordt de term gebruikt om planten te beschrijven en te selecteren naar vorm en gebruik, bijvoorbeeld in landschapsontwerp of kweekgroepen.

De belangrijkste groeivormen zijn onderverdeeld in houtige en kruidachtige vormen. Houtige groeivormen omvatten bomen, met één hoofdtam en aanzienlijke hoogte; struiken, met meerdere stambomen vanaf de basis; en halfhoute vormen zoals haagplanten die in rijen worden toegepast. Kruidachtige groeivormen omvatten klimplanten die ondersteuning nodig hebben, rankende planten met lange stengels en kruidachtige vaste planten en éénjarige soorten.

Naast groeivormen bestaan er ook levensvormen op basis van levensduur, zoals eenjarige, tweejarige en meerjarige planten, die vaak in combinatie met groeivormen worden besproken.

Factoren die de groeivorm bepalen zijn genetische kenmerken, milieuomstandigheden zoals licht en water, bodemkwaliteit en klimaat, evenals menselijke snoei en training.

Toepassingen van groeivormen liggen vooral in landschapsontwerp, waar ze helpen structuur, seizoenwering en zichtlijnen te creëren, en in ecologie en bos- en tuinbouwbeheer, waar de indeling in groeivormen helpt bij het begrijpen van plantensamenstellingen en ecologische functies.

---