stengels

Stengels is het meervoud van stengel en verwijst naar lange, dunne onderdelen die bij planten voorkomen, maar ook naar lange eetbare stokken die in de keuken worden gebruikt. In het dagelijks taalgebruik kan het dus zowel over plantenonderdelen als over voedselstaven gaan.

In de botanische zin is een stengel de as van een plant die bladeren en vaak bloemknoppen draagt. De stengel transporteert water en voedingsstoffen tussen wortels en bladeren en biedt structurele ondersteuning. Stengels kunnen herbaceus (teder en zacht) of houtig (hard en skeletachtig) zijn. Ze bestaan uit knopen en tussenknoop en vertonen variaties zoals kruipende, klimmende of rechtopstaande vormen. Bij groeiende planten speelt de stengel een centrale rol in de wortel- en bladontwikkeling.

In de voeding verwijst stengel vooral naar eetbare staaven zoals selderijstengels en aspergestengels. Dergelijke stengels worden vaak rauw gegeten, gebruikt als groente, of als garnering en tussendoortje. Ook andere lange, dunne eetbare stokken kunnen als stengel worden aangeduid, afhankelijk van de context en de cultuur.

Samengevat verwijst stengels naar twee hoofdgebruiksporen: de biologische term voor de belangrijkste as van een plant en de alledaagse aanduiding voor lange eetbare stokken. De betekenis hangt af van de context, maar beide kanten delen het idee van een lang, smal, vertical ofliggend onderdeel.