Home

gegevensoverdrachtssnelheid

Gegevensoverdrachtssnelheid is de snelheid waarmee gegevens van de ene naar de andere locatie worden verplaatst over een communicatiekanaal. In de literatuur onderscheidt men vaak de theoretische capaciteit of bandbreedte (de maximale hoeveelheid gegevens per tijdseenheid die het kanaal kan dragen) van de daadwerkelijke throughput (netto snelheid die in de praktijk wordt gehaald). De snelheid wordt doorgaans uitgedrukt in bits per seconde (bps), vaak in megabits per seconde (Mbps) of gigabits per seconde (Gbps). Aanduidingen in bytes per seconde verwijzen naar opslagcapaciteit en zijn meestal groter door een factor acht, maar moeten worden onderscheiden van verzendingssnelheden.

Factoren: de media, infrastructuur en gebruikte protocollen bepalen de feitelijke snelheid. Fysieke beperkingen zoals kabelkwaliteit, afstand,

Veelvoorkomende technologieën: bekabelde Ethernet-technologieën variëren van 10 Mbps tot 100 Gbps en meer; draadloze netwerken kennen

Metingen: throughput wordt getest met tools zoals iPerf of speedtests, waarbij men de feitelijke bruikbare snelheid

Zie ook: bandbreedte, latency, jitter, netwerkprotocollen.

interferentie
(zoals
bij
draadloze
communicatie),
evenals
overhead
door
protocollen
(headers,
handshakes)
verminderen
de
netto
throughput
ten
opzichte
van
de
bruto
bandbreedte.
Latency,
foutkansen
en
hertransmissies
dragen
ook
bij
aan
lagere
prestaties.
verschillende
standaardversies
(bijv.
Wi‑Fi
4/5/6),
afhankelijk
van
afstand
en
omgeving.
meet.
MTU-instellingen,
TCP-venstergrootte
en
congestiebeheer
beïnvloeden
de
gemeten
throughput.