foutloos

Foutloos is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands dat “zonder fouten” betekent. Het wordt gebruikt om aan te geven dat iets geen fouten bevat of voldoet aan hoge kwaliteitsnormen, bijvoorbeeld een foutloze vertaling, een foutloze uitvoering of een foutloos product.

De samenstelling bestaat uit fout, het woord voor een fout of foutje, en loos, een achtervoegsel met de betekenis “zonder”. Samen duidt foutloos op “zonder fouten”. Het woord is gebruikelijk in alledaagse taal en in professionele contexten.

In de praktijk komt foutloos vooral voor in beschrijvende en promotiële taal: het beschrijft dat een output of proces geen fouten bevat. Voorbeelden zijn “een foutloze vertaling”, “een foutloze levering” of “een foutloze procedure”. In sommige contexten kan de term als hyperbool klinken; in medische, juridische of technische teksten wordt vaak preciezer geformuleerd wat als acceptabel wordt beschouwd.

Synoniemen en verwante termen zijn onder meer vlekkeloos, feilloos, onberispelijk en perfect; het tegenovergestelde is fout. Het woord kan ook als intensieve bijvoeglijk naamwoord worden gebruikt, bijvoorbeeld “een foutloze uitvoering” of “een foutloos ontwerp”.

In het Nederlands is foutloos een gangbaar begrip in taal, onderwijs, techniek en dienstverlening en wordt het vaak gebruikt om kwaliteit en betrouwbaarheid uit te drukken. Voor taalgebruik geldt het als aanduiding van correcte spelling en grammatica, terwijl in engineering vaak de nadruk ligt op foutloze uitvoeringen of processen. Vertalingen naar het Engels omvatten faultless, flawless en impeccable.