drukondersteuning

Drukondersteuning, ook wel pressure support ventilation (PSV) genoemd, is een modus van mechanische ventilatie waarbij bij elke spontane inhalatie een vooraf ingestelde positieve druk in de luchtweg wordt geleverd. Deze druk ondersteunt de ademhaling en verlaagt de arbeid van de ademhaling terwijl de patiënt zelf de ademhaling bepaalt.

Werkingsprincipe: bij drukondersteuning detecteert de ventilator de inspanning van de patiënt en levert hij tijdens de inspiratie een ontworpen drukstuw, vaak in de vorm van een PS-waarde (drukondersteuning). De ademhaling wordt afgesloten wanneer de flow afneemt. Een gelijktijdige PEEP (positieve einddruk bij uitademing) helpt de alveolaire recruitering en stabiliseert de ademhaling. De hoogte van de gevraagde drukzetting bepaalt samen met de PEEP de gevraagde ademvolume.

Toepassingen: drukondersteuning wordt veel gebruikt bij patiënten die spontaan ademen maar extra ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld na operaties, bij revalidatie of tijdens het weanen van een invasieve beademing. Het is ook een centrale component in niet-invasieve beademing (BiPAP/NIV), waar twee drukken worden ingesteld (inspiratoire druk en PEEP).

Voordelen en overwegingen: drukondersteuning vermindert de werkdruk van de ademhaling, bevordert comfort en kan het succes van weaning vergroten. Het nadeel is dat asynchronie tussen patiënt en ventilator kan optreden en dat te hoge PS of PEEP schadelijk kan zijn (volutrauma, barotrauma, hemodynamic effecten). Een zorgvuldige monitoriong van ademarbeid, tidal volume, ademfrequentie en gasuitwisseling is vereist, met aanpassingen aan de klinische toestand.

Samenvatting: drukondersteuning is een flexibele ventilatiemodus gericht op spontane ademhaling met gerichte hulp, veel toegepast in perioperatieve zorg, herstel en niet-invasieve beademing, met aandacht voor synchronie en patiëntveiligheid.