Home

culmineerde

Culmineerde is de verleden tijd van het Nederlandse werkwoord culmineeren, wat betekent dat een proces zijn hoogtepunt of climax bereikte. Het werkwoord verwijst naar het moment waarop een ontwikkeling of opeenstapeling van gebeurtenissen haar meest bepalende of beslissende gevolg krijgt. In gebruik kan culmineerde zowel letterlijk als figuurlijk worden toegepast, bijvoorbeeld bij een sportseizoen, een onderhandelingentraject of een literaire plot.

Etymologie en betekenis: culmineeren is ontleend aan het Latijnse culminare, van culminum (top) en uiteindelijk via

Gebruik en stijl: culmineerde verschijnt vooral in formele, journalistieke of literaire contexten. Het benadrukt een natuurlijke

Voltooid deelwoord en vervoegingen: het voltooid deelwoord is geculmineerd, doorgaans met hebben als hulpwerkwoord: heeft geculmineerd.

Zie ook: hoogtepunt, climax, terminus.

het
Frans
of
Engels
in
het
Nederlands
terechtgekomen.
De
kernbetekenis
is
het
bereiken
van
een
maximum
of
culminatie
in
een
proces.
opbouw
die
eindigt
in
een
definitief
resultaat.
Typische
combinatieverbanden
zijn
bijvoorbeeld
met
een
voorvoeging
“tot”
of
een
prepositie
“in”:
“culmineerde
in
een
akkoord”
of
“culmineerde
tot
een
ontknoping.”
Het
werkwoord
kan
zowel
meerdere
personen
enkelvoud
als
meervoud
in
de
verleden
tijd
aannemen:
ik
culmineerde,
jij
culmineerde,
hij
culmineerde;
wij
culmineerden,
jullie
culmineerden,
zij
culmineerden.
Culmineeren
is
een
relatief
verfijnd
werkwoord
en
wordt
vaak
vervangen
door
gezagtere
synoniemen
als
“bereiken
een
hoogtepunt”
of
“uitmonden
in.”