Home

celmembraanpotentiaal

Celmembraanpotentiaal, ook wel rustpotentiaal genoemd in veel contexten, is het elektrische potentiaalverschil over het plasmamembraan van een cel. Het wordt meestal uitgedrukt als de potentiaal aan de binnenkant ten opzichte van de buitenkant en is in rust vaak negatief. bij veel cellen ligt dit tussen ongeveer −60 en −70 millivolt; bij zenuwcellen en spiercellen kan het variëren van circa −40 tot −90 millivolt, afhankelijk van celtype en omstandigheden.

Het begrip berust op een combinatie van ionenverdelingen en doorlaatbaarheid van het membraan. De cel heeft

De potentiële waarde kan worden benaderd met de Goldman-Hodgkin-Katz-equatie, die rekening houdt met de permeabiliteit en

Celmembraanpotentiaal speelt een cruciale rol bij elektrische signaling in zenuwcellen en spiercellen, waaronder de generatie van

verschillende
iongradiënten,
met
name
kalium
(K+),
natrium
(Na+),
chloride
(Cl−)
en
calcium
(Ca2+).
Bij
rust
is
het
membraan
relatief
permeabel
voor
K+,
waardoor
K+-tentransport
naar
buiten
een
dominante
factor
is
bij
het
bepalen
van
de
potentiaal.
De
Na+/K+-pomp
(Na+/K+-ATPase)
houdt
actief
de
gradients
in
stand
door
Na+
uit
te
wisselen
tegen
K+.
Deze
combinatie
van
selectieve
permeabiliteit
en
gradienten
creëert
een
elektrische
polarisatie:
een
negatieve
lading
aan
de
binnenkant.
concentratie
van
verschillende
ionen.
Omdat
het
membraan
vooral
door
K+
permeabel
is
bij
rust,
ligt
het
rustpotentiaal
vaak
dicht
bij
de
K+-evenwethapotentiaal.
Veranderingen
in
extracellulaire
ionconcentraties
of
de
activiteit
van
ionkanalen
kunnen
dit
potentiaal
wijzigen
en
de
cellulaire
excitabiliteit
beïnvloeden.
actiepotentialen,
het
reguleren
van
de
werking
van
ionkanalen
en
transporters,
en
het
beïnvloeden
van
neurotransmitterafgifte
en
spiercontractie.
Meting
gebeurt
met
microelektroden
of
patch-clamp-technieken,
en
factoren
zoals
temperatuur,
pH
en
osmotische
omstandigheden
kunnen
het
potentiaal
verder
moduleren.