Home

ionconcentraties

Ionconcentraties verwijzen naar de hoeveelheid geladen deeltjes per volume in een oplossing of compartiment, meestal uitgedrukt in mol per liter. In de biologie zijn de belangrijkste ionen natrium (Na+), kalium (K+), chloride (Cl−), calcium (Ca2+), bicarbonaat (HCO3−) en magnesium (Mg2+). De concentraties variëren sterk tussen extracellulaire vloeistof en cytoplasma.

Typische waarden geven sterk verschillende grenzen per compartiment. Extracellulair liggen Na+ ongeveer rond de 140 mM,

Beheer en dynamiek: ionconcentraties worden gehandhaafd door actief transport via pompen en antiporters (bijv. Na+/K+-ATPase, Na+/Ca2+-uitwisseling),

Metingen: in de kliniek worden ionconcentraties bepaald met ion-selectieve elektroden, ionchromatografie of andere laboratoriummethoden. Deze waarden

Samenvatting: ionconcentraties vormen een cruciale parameter voor chemische, elektrische en fysiologische processen en worden nauwkeurig gereguleerd

K+
rond
de
4
mM,
Cl−
circa
100–110
mM,
Ca2+
ongeveer
2
mM
en
HCO3−
circa
24
mM.
Intracellulair
zijn
Na+
ongeveer
10–20
mM,
K+
circa
140
mM,
Cl−
circa
4–30
mM,
Ca2+
zeer
laag
(ongeveer
0,0001–0,001
mM,
oftewel
around
100
nM)
en
HCO3−
ongeveer
10–20
mM.
Deze
gradients
zijn
cruciaal
voor
membraanpotentialen
en
cellulaire
signaalprocessen.
door
ionkanalen
en
buffers,
en
via
organen
zoals
nieren
en
darm.
Verstoringen
kunnen
leiden
tot
ernstige
aandoeningen
zoals
hartritmestoornissen,
spierzwakte
of
stoornissen
in
de
zuur-base
balans.
helpen
bij
de
diagnose
en
monitoring
van
elektrolytenstoornissen,
hydratatiestatus
en
acidose-
of
alkalosebalans.
ondanks
dagelijkse
variaties
in
voeding,
vochtinname
en
ziekte.