Home

bodemkleurigheid

Bodemkleurigheid is de waargenomen kleur van de bodem, een fundamenteel kenmerk in de pedologie. De kleur ontstaat door de combinatie van minerale bestanddelen (zoals ijzer- en mangaanoxiden), organisch materiaal, vochtgehalte en de oxidatie-reductiecondities waarin de bodem zich bevindt. Vaak wordt de kleur beschreven met termen zoals rood, geel, bruin, grijs of zwart, vaak volgens het Munsell-systeem voor bodemkleuren (bijv. 10YR 3/4).

De kleur geeft aanwijzingen over de samenstelling en het bodemvormingsproces. IJzeroxiden geven vaak rode en gele

In de pedologie is bodemkleurigheid een diagnostisch kenmerk voor bodemprofielen en hun classificatie. Samen met structuur,

Toepassingen en methoden: veldwaarneming met een kleurenkaart (bijv. Munsell-chart) en beschrijving in de bodemkartering; laboratoriummetingen met

tinten;
organische
stof
geeft
donkerbruine
tot
zwarte
tinten;
natte
en
reductieve
omstandigheden
kunnen
grijs-
tot
blauwtinten
veroorzaken
door
reductie
van
ijzer
(gleying).
Door
eluviatie
(uitspoeling)
van
kleurstoffen
kunnen
boringen
en
E-horizons
bleker
worden.
Mottling
(vlekken
van
verschillende
kleuren)
duidt
op
variërende
drainage
en
waterbalans
door
de
tijd
heen.
textuur
en
chemische
eigenschappen
helpt
kleur
bij
het
bepalen
van
horizonindelingen
(A,
B,
E,
C)
en
drainageklassen.
In
kaartvorming
en
landgebruik
wordt
kleur
gebruikt
om
onderscheid
tussen
bodems
te
herkennen
en
om
vroegtijdig
beperkingen
door
vochtregime
of
organische
stof
aan
te
wijzen.
kleurmetingen
en
reflectometer,
soms
ondersteund
door
beeldanalyse.
Houd
rekening
met
belichting
en
voltrekking,
aangezien
kleur
kan
variëren
door
materie,
vocht
en
bewerking.