bloeddrukmonitoring

Bloeddrukmonitoring is het systematisch meten en volgen van de arteriële bloeddruk bij een individu, meestal met een apparaat om de bovenarm. Het doel is tijdige opsporing van verhoogde bloeddruk, het volgen van het effect van behandelingen en het vastleggen van bloeddrukvariabiliteit over de dag en bij verschillende omstandigheden.

Er bestaan verschillende vormen van bloeddrukmonitoring. Zelfmetingen thuis (HBPM) zijn veelvoorkomend en geven een beeld van de bloeddruk buiten de spreekkamer. Ambulante bloeddrukmeting (ABPM) houdt gedurende 24 uur regelmatig metingen bij, ook tijdens de slaap. Metingen in de spreekkamer door zorgverleners blijven belangrijk voor een initiële inschatting en bevestiging. De meeste thuismeters zijn automatische apparaten met een bovenarmkussen; polsmeters bestaan ook maar kunnen minder nauwkeurig zijn bij sommige gebruikers.

Meetprotocol thuis omvat een rustige houding met rug ondersteund, arm op hartniveau, en een geschikte cuff. Laat de meter de dag vooraf niet gebruiken en vermijd roken of caffeine kort voor meting. Voor elke meetperiode wordt aangeraden meerdere metingen te doen: bijvoorbeeld twee tot drie metingen per keer, ’s ochtends en ’s avonds, gedurende een week, en het gemiddelde van de metingen gebruiken voor beoordeling.

Interpretatie van waarden varieert met richtlijnen, maar algemene aanwijzingen zijn: een gemiddeld HBPM onder ongeveer 130/80 mmHg wordt als normaal gezien; 130-139/80-89 mmHg als verhoogde bloeddruk; 140/90 mmHg of hoger als hypertensie. ABPM kan ook nachtelijke bloeddruk en de dag-nachtdip weergeven, wat prognostisch relevant kan zijn.

Belangrijke aandachtspunten zijn onder meer nauwkeurigheid van het toestel, correcte cuffmaat en -plaatsing, en het voorkomen van meetfouten door beweging of stress. Verzamelde gegevens kunnen helpen bij behandelbeslissingen en leefstijlaanpassingen, en worden vaak gedeeld met de huisarts of specialist. Houd rekening met privacy en veilige opslag van gezondheidsgegevens.