belichtingscompensatie

Belichtingscompensatie is een instelling op veel digitale camera’s die de belichtingsmeter van de camera beïnvloedt. Het doel is om de uiteindelijke belichting aan te passen aan de waargenomen situatie, zodat beelden helderder of donkerder uitvallen dan de meter in zijn standaardinstelling aangeeft.

De compensatie wordt meestal uitgedrukt in stops en in stappen van bijvoorbeeld 1/3 of 1/2 stop. Een positieve waarde (+) maakt de foto over het algemeen helderder; een negatieve waarde (-) maakt deze donkerder. De juiste instelling hangt af van de lichtsituatie en het gewenste resultaat.

In automatische en semiautomatische modi zoals P (Programma), Av/A (Aperture Priority) en Tv/S (Shutter Priority) beïnvloedt belichtingscompensatie de gekozen belichtingscombinatie en daardoor de uiteindelijke belichting. Camera’s passen meestal de diafragma(opening), sluitertijd en soms ISO aan om aan de gevraagde compensatie te voldoen. In de full automatische modus heeft compensatie vaak een beperkter effect, afhankelijk van het model. In de handmatige modus heeft belichtingscompensatie doorgaans geen invloed, tenzij Auto ISO of een aparte flitserregeling actief is.

Toepassingsvoorbeelden zijn onder andere tegenlicht, sneeuw of zand, waarbij de meter de helderheid van het onderwerp kan laten over- of onderbelichten. Een veelgebruikte vuistregel is positieve compensatie bij lichte onderwerpen zoals sneeuw of strand en negatieve compensatie bij donkere achtergronden of schaduwen.

Er is ook flits-exposurecompensatie, die apart kan worden ingesteld, om de flitseroutput te wijzigen zonder de algemene belichting van de scène aan te passen. Bij RAW-werken kan belichtingscompensatie achteraf in de nabewerking worden gecorrigeerd, maar het is meestal effectiever om de belichting tijdens het shot aan te passen.