afgestorven

Afgestorven is een Nederlands voltooid deelwoord van het werkwoord afsterven en wordt gebruikt als bijvoeglijk naamwoord of predikaat. Het betekent dat iemands of iets levenskracht is beëindigd en dat iemand is gestorven. In traditionele of formele teksten komt het vaker voor dan in dagelijkse conversatie, waar men meestal kiest voor woorden als overleden of gestorven.

Etymologie en vorming: afgestorven ontstaat uit af- (een voor- of beëindigingsvoorvoegsel) en sterven (doodgaan). De combinatie benadrukt het eindigen van het leven. De vorm wordt vervoegd met zijn als hulpwerkwoord: hij is afgestorven, zij is afgestorven, zij werden afgestorven, enzovoort.

Gebruik en nuance: afgestorven wordt doorgaans als formeler of klinischer gezien dan overleden. In obituaries, medische rapporten, rouwberichten of juridische teksten kan de term passend zijn. In alledaagse taal is overleden vaker gebruikelijk; gestorven kan eveneens neutral zijn, maar klinkt minder afstandelijk dan afgestorven. Het begrip kan ook toegepast worden op dieren, planten of populaties wanneer het proces van sterven als voltooide gebeurtenis wordt bedoeld.

Zie ook: overlijden, gestorven, overleden, dood. In een encyclopedische context wordt afgestorven beschreven als een formele aanduiding van het stervensproces, met nadruk op het definitieve einde van het leven.