afgehouden

Afgehouden is het voltooid deelwoord van het Nederlandse werkwoord afhouden. Het heeft twee hoofdbetekenissen: ten eerste het tegenhouden of voorkomen dat iemand iets doet (iemand afhouden van iets); ten tweede het inhouden of achterhouden van geld, goederen of maatregelen (bijvoorbeeld een betaling of loon). Daarnaast kan afgehouden ook als bijvoeglijk naamwoord voorkomen, verwijzend naar middelen die zijn ingehouden of achtergehouden.

Bij de eerste betekenis gaat het om het voorkomen van een handeling of gedrag: iemand afhouden van roken of van risico’s. Bij de tweede betekenis gaat het om financiële of administratieve handelingen waarbij geld of andere middelen niet volledig worden uitbetaald of verstrekt. Voorbeelden: de loonadministratie heeft een bedrag afgehouden van het brutoloon als loonbelasting. De toegang werd afgehouden totdat de controle was voltooid.

Wat de grammatica betreft is afgehouden de voltooide deelwoordsvorm van afhouden. In voltooide tijden wordt meestal hebben als hulpwerkwoord gebruikt: “Hij heeft het bedrag afgehouden” of “Het bedrag is afgehouden.” Bij zinsconstructies met “van” blijft de frase meestal achter het werkwoord staan, zoals: “Hij heeft hem van dat plan afgehouden.”