adresseerbaar

Adresseerbaar is een Nederlands bijvoeglijk naamwoord dat betekent dat iets een adres heeft of kan krijgen binnen een systeem. Het woord is afgeleid van adres en de achtervoegsels -eer en -baar, en duidt op het vermogen om gericht te communiceren of te verwijzen naar een specifieke eenheid.

In informatica en elektronica verwijst adresseerbaar vaak naar objecten die in een adresruimte een unieke locatie of identificatie hebben. Dit maakt gerichte toegang, besturing of uitlezing mogelijk, zonder meerdere elementen tegelijk te beïnvloeden.

Voorbeelden zijn adresseerbare LED-strips (waarbij elke LED apart kan worden aangestuurd), geheugen- of I/O-periferie-apparaten die via geheugen- of apparaatadressen worden benaderd, en netwerken waarin apparaten een uniek MAC- of IP-adres hebben. In software en datastructuren kan een object adresseerbaar zijn via een handle, sleutel of index.

Adresseerbaarheid impliceert een afgebakende adresruimte en een mechanisme voor het toewijzen van adressen. Niet alle systemen zijn adresseerbaar; sommige elementen worden in bredere groepen aangestuurd of via broadcast-commando's bereikt. Ontwerpen moeten rekening houden met schaalbaarheid, beveiliging en flexibiliteit van het adresseringsschema.