Home

aangestoken

Aangestoken is een Nederlands voltooid deelwoord van het werkwoord aansteken. Het functioneert zowel als predicatieve bijvoeglijke bepaling in zinnen als als passief deelwoord bij samengestelde tijden. De term heeft twee hoofdbetekenissen: de letterlijke ontsteking van vuur of licht, en de overdracht van ziekte doorcontact.

In de eerste betekenis betekent aangestoken dat iets vuur heeft gekregen of zichzelf heeft aangesterkt door

In de tweede betekenis verwijst aangestoken naar besmetting of infectie. Iemand kan aangestoken zijn met een

Daarnaast kan aangestoken ook figuurlijk voorkomen, bijvoorbeeld in beeldspraak om aan te geven dat iemand door

Zie ook: aansteken, besmetting, infectie.

een
vuurbron.
Voorbeelden
zijn:
het
kampvuur
is
aangestoken,
de
kaars
is
aangestoken.
Deze
betekenis
gaat
uit
van
het
werkwoord
aansteken,
waarmee
iets
in
gang
wordt
gezet
of
in
brand
wordt
gebracht.
ziekte
door
contact
met
iemand
die
ziek
is.
Formuleringen
zoals
ik
ben
aangestoken
met
griep
of
iemand
is
aangestoken
door
een
verkoudheid
komen
veel
voor
in
informeel
taalgebruik.
In
formele
of
medische
taal
spreekt
men
vaker
van
besmetting
of
infectie,
afhankelijk
van
de
context.
iemand
of
iets
is
beïnvloed
of
gemotiveerd.
Deze
gebruiksvorm
is
minder
gangbaar
en
contextafhankelijk.