Zoutmineralen

Zoutmineralen zijn mineralen die bestaan uit zouten, meestal ionische verbindingen van kationen zoals natrium (Na+), kalium (K+), calcium (Ca2+) of magnesium (Mg2+) met anionen als chloride (Cl-), sulfaat (SO4^2-) of karbonaat (CO3^2-). Ze ontstaan hoofdzakelijk door verdamping van zoutwater in afgesloten bekken, lagunes of zoutmeren, waarbij opgeloste ionen uitkristalliseren en zoutenachtige lagen vormen. Dit proces, evaporietvorming genoemd, produceert een reeks mineralen die samen evaporietafzettingen noemen.

Tot de belangrijkste zoutmineralen behoren haliet (NaCl), syliet (KCl) en carnalliet (KMgCl3·6H2O), die als bronnen voor natrium-, kalium- en magnesiumzouten dienen. Daarnaast komen sulfaatmineralen voor zoals kieseriet (Na2SO4) en gips (CaSO4·2H2O) en hun anhydriete varianten voor. Sommige zoutmineralen leveren grondstoffen voor de chemische industrie, de bouw en landbouw.

Zoutmineralen komen wereldwijd voor in sedimentaire basins waar langdurige verdamping plaatsvond, bijvoorbeeld in kust- en binnenlandse evaporietbekkens en drooggevallen landschappen. Hun afzettingen kunnen horizontaal of korrelig voorkomen en vormen dikwijls economische bedden die ontgonnen worden via ondergrondse mijnen of opensnijding van uitgestrekte zoutlagen.

Economisch gezien zijn zoutmineralen van groot belang. NaCl wordt vrijwel wereldwijd als voedselzout gebruikt, en sommige halide- en sulfaatzouten dienen als meststoffen, grondstoffen voor chemische processen, of als bouwmateriaal (zoals gips voor gipsplaten en cement). De winning van zoutmineralen kan milieuproblemen met zich meebrengen en vereist zorgvuldig beheer.

---